Door Webmaster Het spel van Oranje zakte gaandeweg naar een
bedenkelijk niveau. Maar het resultaat was weer ‘ouderwets’ goed. Ten
koste van Albanië konden er weer drie punten worden toegevoegd aan het
totaal (2-1).
In tegenstelling tot afgelopen zaterdag kon Oranje niet
de druk generen die in Bulgarije had geleid tot een overtuigend
optreden. Albanië, toch een stuk lager ingeschaald, bleek geen
inspiratiebron voor Nederland.
Het scoreverloop was Nederland gunstig gezind geweest. Een vroege treffer – Robin van Persie
volleerde raak na terugkoppen Joris Mathijsen – had de weg moeten
plaveien voor een ruime overwinning. Maar Albanië bleek meer in de mars
dan alleen de schade beperken, getuige ook het gevaarlijke schot van
Erion Bogdani bij een 1-0 stand.
Een ongelukkig moment voor
Nevil Dede kwam voor Oranje daarom allerminst slecht uit. De Albanese
verdediger werkte een voorzet van Van Persie achter zijn eigen doelman Arjan Beqaj. En zo ging Nederland de rust in met een comfortabele voorsprong zonder een bovenmatige inspanning.
De ogenschijnlijke zekerheid van de overwinning kon Nederland
na rust ook niet wakkerschudden, evenmin het schot op de paal direct na
rust van Albanees Armend Dallku. Een sporadische opleving van Van Persie of Arjen Robben kon dat niet verhullen. En het ging van kwaad tot erger.
Albanië
zag zelfs kans het zwakke Nederlandse spel af te straffen. Halverwege
de tweede helft maakte Debatik Curri de wedstrijd in de Amsterdam Arena
spannend met de aansluitingstreffer voor de ploeg van Otto Baric.
Verder leed bleef Oranje bespaard, waarbij van geluk mocht worden
gesproken dat de handsbal van Khalid Boulahrouz niet tot een strafschop
voor Albanië leidde.